Abeel (Grauwe)
Algemene kenmerken van een Abeel (Grauwe)
De Grauwe abeel is een populier. De Grauwe abeel wordt wel beschouwd als een kruising van de witte abeel (Populus alba) en de ratelpopulier (Populus tremula). De plant komt voor in Klein-Azië en in Zuid- en Midden-Europa. In Nederland wordt de boom al heel lang aangeplant.
Evenals de Witte abeel is de Grauwe abeel tweehuizig. Er zijn dus mannelijke en vrouwelijke bomen. De bloei is in februari voordat de bladeren verschijnen. Vrouwelijke hangende katjes zijn groenachtig grijsbruin. De mannelijke bestaan uit 8 tot 15 purperrode meeldraden. Nadat het stuifmeel is weggewaaid vallen ze af. De vrouwelijke blijven tot mei zitten. Dan openen zich de zaaddozen en komt het met donzig pluis omgeven zaad vrij. Aan de langloten komen tot 7 cm grote driehoekige bladen. De bovenzijde is glanzend groen, de onderzijde mat licht bruinig groen. De kleinere blaadjes aan de kortloten zijn wat ronder dan die van de Witte abeel.
Kenmerken
Hoe plant je een Abeel (Grauwe)
Graaf het plantgat een derde dieper en breder dan de wortels. Zet de zaailing erin en houd hem daarbij iets hoger dan de uiteindelijke plantdiepte, in plaats van helemaal op de bodem van je kuil. Uiteindelijk moet de wortelhals op de grens komen tussen grond en lucht. Bij sommige bomen zie je op de wortelhals ook wat ribbeltjes, wat het makkelijker maakt. Als je de boom erin zet, houd deze dan stabiel. De wortels mogen tijdens het planten niet omhoog wijzen en geen draai maken, anders wordt de boom instabiel of kan hij zichzelf wurgen. Zorg ook dat je de wortels zoveel mogelijk spreidt. De wortels krijgen zo voldoende doorwortelbare ruimte.
Vul het gat met vochtige losse grond. Zorg ervoor dat de aarde die de haarwortels (de wortels die dunner dan 1 millimeter zijn) raakt goed verkruimeld is. Schud de boom iets op en neer, zodat de grond tussen de haarwortels komt.
Plaats circa 10 centimeter grond boven de haarwortels en druk het licht aan met de voet, zodat de wortels goed contact kunnen maken met het bodemvocht.
Kijk voor een uitgebreide plant instructie in de plant handleiding op onze website.
https://meerbomen.nu/over-de-actie/planten/handleiding-bomen-verplanten/
Als je slieten van 1 a 3 meter lang hebt, steek ze zo diep mogelijk 40-60 cm in de grond liefst tot bodem vocht; en liefst vanaf half feb tot eind maart. Minder kans in nov/dec op aanslaan.
Hoe oogst je een Abeel (Grauwe)
Steek de spade op een afstand van 30 tot 45 cm van de stam diagonaal in de grond. Werk voorzichtig rondom de zaailing door de spade in een cirkelvormige beweging in de grond te steken. Gebruik de spade als hefboom om de zaailing voorzichtig los te maken, waarbij je probeert zoveel mogelijk van het wortelstelsel intact te houden. Til de zaailing uiteindelijk met beide handen uit de grond om schade aan de wortels te voorkomen.
Verzorgen en snoeien van je Abeel (Grauwe)
Net als andere populieren heeft de Grauwe abeel vaak last van takbreuk op latere leeftijd. Door op tijd overbelaste takken te verwijderen kan dit enigszins worden voorkomen.
Waar groeit een Abeel (Grauwe)
De Grauwe abeel groeit graag op niet te vochtige, min of meer voedselrijke en liefst kalkhoudende grond. Je kan hem aantreffen op een drogere, wat armere zandgrond maar ook in rivierdalen, vochtige duinen en bossen. Hij wordt vaak aangeplant om vlak land enige bescherming te bieden. Hij blijkt goed bestand tegen zeewind.
Algemeen
Origine |
Inheems
|
Boomtype | Loofboom |
Lengte en leeftijd
Lengte in ca. 10 jaar | 20 tot 30 Meter |
Voortplantingsrijp in hoeveel jaar | 0 tot 16 Jaar |
Maximale leeftijd | 150 tot 250 Jaar |
Benodigde ruimte | tot m2 |
Groeisnelheid |
Vermeerdering
Voortplantingsmethode |
Maakt opschot
Maakt wortelstokken
|
Verspreidingssnelheid/vermeerdering |
|
Boom is zelfbestuivend | Ja |
Snoeiperiode
Deze boom is bladhoudend | Ja |
Zomer | Niet snoeien in de zomer |
Winter | oktober tot februari |
Bladvormen | Ruitvormig |
Gemakkelijk te snoeien | Ja |
Kenmerken Bast zaailing (50-200cm)
Lenticellen | Ja |
Kleur |
Kenmerken Knop (50-200cm)
Kleur | |
Knop stand |
Afwisselend
|
Knop vorm |
Spoelvormig
|
Overige
Wortel |
Breed wortelstelsel
Oppervlakkig wortelend
|
Bloei |
Heeft katjes
|
Windgevoeligheid | Niet gevoelig voor (zee)wind |
Ziektes
Is gevoelig voor de volgende ziekten |
Niet bijzonder gevoelig voor specifieke ziekte
|
Oogst/herkenning in de winter
De knoppen zijn roodbruin en alleen aan de basis behaard. Eindknoppen zijn groter dan de zijknoppen. De 7-8 cm grote, driehoekig tot rondachtige grof getande bladeren zijn afwisselend geplaatst.
Geschikte grondsoorten voor de Abeel (Grauwe)
Grondsoort | Geschiktheid |
---|---|
Lichte klei |
|
Zware klei |
|
Zand |
|
Veen |
|
Leem |
|
Moerig op zand |
|
Lichte zavel |
|
Zware zavel |
|
Geschikte waterstand voor de Abeel (Grauwe)
Geschikte zuurtegraad voor de Abeel (Grauwe)
Voedingsbehoefte Abeel (Grauwe)
1. | Zeer voedselarme bodem |
2. | Zeer voedselarme tot voedselarme bodem |
3. | Voedselarme bodem |
4. | Voedselarme tot matig voedselrijke bodem |
5. | Matig voedselrijk bodem |
6. | Matig voedselrijk tot voedselrijke bodem |
7. | Voedselrijke bodem |
8. | Uitgesproken voedselrijke bodem |
9. | Zeer uitgesproken voedselrijke bodem |
Vochtigheid
1. | Extreem droge bodems |
2. | Extreem droge tot droge bodems |
3. | Droge bodems |
4. | Droge tot droge/vochtige bodems |
5. | Droge/vochtige bodems |
6. | Droge/vochtige tot vochtige bodems |
7. | Vochtige bodems |
8. | Vochtige tot natte bodems |
9. | Natte bodems |
Lichtbehoefte van de Abeel (Grauwe)
Bij welke streek past deze boomsoort?
Streek | Geschiktheid |
---|---|
Wadden en noordelijke duinstreek (duinstreek ten noorden van Bergen): TEXEL |
|
Drents Plateau en Friese Wouden: SMILDE |
|
Friese en Groningse zeeklei: FRANEKER EN LOPPERSUM |
|
Friese Meren tot Weerribben: SNEEK EN GIETHOORN |
|
Reestdal: OUD-AVEREERST |
|
Vechtdal: OMMEN |
|
IJsseldal: DEVENTER |
|
Regge en Sallandse Heuvelrug: NIJVERDAL |
|
Twente: DENEKAMP |
|
Achterhoek: WINTERSWIJK |
|
Gelderse Poort en Pannerden (Oostelijke Rijn: Millingerwaard, Ooijpolder tot Arnhem): LOO |
|
Rijk van Nijmegen (Stuwwallen m.u.v. Rijn en Maas): BERG EN DAL |
|
Brabantse Maasstreek: HAARSTEEG |
|
Limburgse Maasstreek: TEGELEN |
|
Brabantse zandgronden: BREDA EN EINDHOVEN |
|
De Peel: VENHORST |
|
Limburgs heuvelland: VALKENBURG |
|
Zeeuwse zandgronden: BURGH-HAAMSTEDE |
|
Zuidwestelijke zeekleipolders (Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeekleipolders): ACHTHUIZEN |
|
Laaglandrivieren (Rotterdam, Dordrecht, de Lek, de Betuwe): ALBLASSERDAM EN ECHTELD |
|
Centrale stuwwallen (Het Gooi, Utrechtse Heuvelrug, Veluwe en Gelderse Vallei): HILVERSUM EN OTTERLO |
|
IJsselmeerpolders en Zuiderzeedijken: DRONTEN |
|
Hollands en Utrechts laagveengebied: BROEK IN WATERLAND EN NIEUWKOOP |
|
West-Friesland: SPANBROEK |
|
Kalkrijke Hollandse duinstreek: VELSEN-NOORD EN WASSENAAR |
|
Kop van Overijssel |
|
Toe te passen in landschappen
Landschap | Geschiktheid |
---|---|
Voedselbos |
|
Haag |
|
Heg |
|
Bos |
|
Voederhaag |
|
Achtertuin |
|
Kleine achtertuin |
|
Solitair |
|
Houtwal |
|
Cultuurhistorische waarde
Insecten
Hoeveel insecten leven er gemiddeld op deze boom/plant? | 189 |
Welke insecten groepen leven op deze boom/plant? |
Vlinders
Kevers
Luizen
|
Zijn er insecten afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten insecten zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Vogels
Gemiddeld aantal vogels per boom/plant? | |
Welke vogel groepen leven op deze boom/plant? |
Vinken
Roodborsten
Fazanten
Kneuen
Fitissen
Grasmussen
Rietgorzen
Houtduiven
Heggenmussen
Grauwe vliegenvangers
Winterkoninkjes
Houtsnippen
|
Zijn er vogels afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten vogels zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Zoogdieren
Gemiddeld aantal zoogdieren per boom/plant? | |
Welke zoogdier groepen leven op deze boom/plant? |
Eekhoorns
Herten
Bevers
Vossen
|
Zijn er zoogdieren afhankelijk van deze soort? | Nee |
Welke soorten zoogdieren zijn er afhankelijk van deze boom/plant? |
Eekhoorn
Hert
Bevers
Vossen
|
Bloeiperiode
Zomer | februari tot maart |
Boomsoorten
Boomsoorten waarbij deze boom graag staat |
|
Geschikt voor zoogdieren?
Zoogdier | Geschiktheid |
---|---|
Bevers |
|
Dassen |
|
Eekhoorn |
|
Fret |
|
Zwijn |
|
Vossen |
|
Mens |
|
Muis |
|
Paard |
|
Ree |
|
Schaap |
|
Varken |
|
Geit |
|
Herbivore knaagdieren |
|
Hert |
|
Hond |
|
Kat |
|
Kip |
|
Koe |
|
Toelichting
Eetbaarheid
- Giftig: Deze boom of struik is giftig voor zoogdieren en absoluut ongeschikt om te eten.
- Zeer ongeschikt: Deze boom of struik is ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan schadelijk zijn.
- Ongeschikt: Deze boom of struik is meestal ongeschikt voor consumptie door zoogdieren en kan nadelige effecten hebben.
- Matig geschikt: Deze boom of struik is in beperkte mate geschikt als voedsel voor zoogdieren, mogelijk met bepaalde risico's of beperkingen.
- Geschikt: Deze boom of struik is over het algemeen geschikt als voedsel voor zoogdieren, met weinig tot geen risico's.
- Zeer geschikt: Deze boom of struik is zeer geschikt als voedsel voor zoogdieren, veilig en van hoge voedingswaarde.
Stam hoogte
Gemiddelde stam hoogte (hg) van de grondvlakmiddenboom
Na 10 Jaar | m | m |
Na 20 Jaar | m | m |
Na 30 Jaar | m | m |
Na 80 Jaar | m | m |
Stam diameter
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom.
Na 10 Jaar | cm | cm |
Na 20 Jaar | cm | cm |
Na 30 Jaar | cm | cm |
Na 80 Jaar | cm | cm |
Biomassa bovengronds
in hele kgNa 10 Jaar | 0 cm | cm |
Na 20 Jaar | cm | cm |
Na 30 Jaar | cm | cm |
Na 80 Jaar | cm | cm |
Biomassa ondergronds
in hele kgNa 10 Jaar | cm | cm |
Na 20 Jaar | cm | cm |
Na 30 Jaar | cm | cm |
Na 80 Jaar | cm | cm |
Stoffenbinder
Welke stoffen kunnen worden gebonden of opgenomen? |
CO2
Fijnstof
|
Koolstofattractie (kf)
(dg) (1,30m) van de grondvlakmiddenboom | Loofbomen (Kf = 0,48) |
Opwarming
Deze boom is goed bestand tegen de opwarming (plus 3 graden) van ons klimaat en past in de toekomst van ons klimaat (hitte en droogte bestendig) en past in de toekomst ook goed in Nederland. | Nee |